Maandelijks archief: september 2012

Amerikaanse social skills

Standaard

Ze zijn ontzettend aardig en toegankelijk. Ik denk dat er geen land bestaat waar vrienden maken makkelijker is dan in Amerika. Maar als je je kamer noodgedwongen moet delen met ze, dan kan dat toch tot vervelende situaties leiden. Veel Nederlandse studenten klagen over hun Amerikaanse kamergenoten, ook al zijn ze ‘chill’. En helaas, heb ik ook een kamergenoot waarbij ik een nogal dubbel gevoel krijg.

Ze is super leuk, echt waar. Je kunt er leuk mee kletsen, mee lachen en ze is ontzettend aardig. Maar ze heeft ook haar asociale kant. Ze brengt erg vaak zomaar mensen mee en dan luisteren ze samen naar ‘bitches and whores’ muziek. Niet even, maar uren achter elkaar. Niet zachtjes, maar op een volume waardoor je er niet omheen kunt. En dan zingen ze ook nog keihard mee, terwijl ze op bed zitten te eten, waardoor de hele kamer stinkt naar de Amerikaanse keuken.

Maar soms gaat het echt te ver. Gisteren was zo’n avond/nacht/ochtend. Mijn kamergenoot moest nog huiswerk maken en zonder dat even te overleggen, zat ze op onze kamer met het licht aan en de muziek zo hard dat ik het door de oordopjes kon horen te typen op haar laptop. Maar dat typen op de laptop, leek meer op erdoorheen rammen. Nou is dat opzich nog geen probleem, als het overdag is. Maar helaas was het niet overdag. Ook niet vroeg in de avond of net voor middernacht, want dat is allemaal nog wel te doen. Nee, ze zat daar tot half 5 ’s ochtends.

En nu zit ik dit te schrijven, omdat ik weer niet kan slapen. Haar vriendje is hier en ze zitten samen televisie te kijken. Één of ander programma over moordonderzoek. Hoop geschreeuw, gescheld en gegil. Te tv staat op een hoog volume en zó dat, ook al doe ik mijn ogen dicht, ik nog steeds het flitsen van de kleuren kan zien. Omdat ik haar tegemoet wil komen (het is ook haar kamer) vroeg ik net of ze de tv om 1 uur ’s nachts uit wil zetten, maar aan haar gezicht te zien, viel dat niet goed. “Turn it OFF?” “Yes, because I really need my sleep and 1 o’ clock is pretty late.” Lange stilte. “Okay, I got you.” Dus nu is het afwachten of ze het gaat doen. Nog 55 minuten en dan kan mijn nachtrust beginnen.

A Phylosophy Lesson

Standaard

Hier is de les filosofie van vandaag. Al geloof ik niet in God, het was super interessant. Het ging over “het bestaan van God en het probleem van het kwaad”.

How do you know, that you know what you know? So how do you know, that you know that ‘God’ exists or not? The problem is: you don’t know, you can only believe. You can believe in ‘God’ or not, but you can’t know that ‘God’ exists or not. And if you believe in ‘God’, you can’t know who ‘God’ is or what ‘God’ is. Is it a humanbeing, a thing or an animal? Or is he/she or it something not existing in our world?

Besides that there is ‘The Problem of Evil’. If there is a ‘God’, why is there Evil? There has to be a reason for’ God’ to allow it. May be ‘he’ is all good, all knowing and all powerful. That means that Evil is needed to get a better world. But may be ‘he’ is all knowing, all powerful, but not all good. Or ‘he’ could be all good, all powerful, but not all knowing. So ‘he’ don’t know about all the evil things before they happen. And ‘God’ could be all knowing, all good, but not all powerful. That means that ‘he’ wants to stop all the Evil, but isn’t able to do so.

Then you have a few other questions to ask yourself. What is all powerful, what is all good and what is all knowing? If ‘God’ is all powerful, could ‘he’ be able to make a rock that even ‘he’ can’t lift. Or is ‘he’ able to make a round square? And if ‘God’ is all knowing, does ‘he’ knows about the future? And why are we, people, able to change our minds, if there is a being that knows everything? If ‘God’ is all good, what would that be like? What is good? Is that a world of peace, happiness and succes? Or is it an imperfect world, with pain to learn from?

The next problem will be: what is proof? There is proof that Hawaii exists, because we can take an airplain and go there. There is proof that the moon exists, because theoretically we can go there too. But is there proof for the existence of a ‘God’? And what would it look like? For example: you can proof the existence of love, because of a feeling. You feel that love exists, that you love your partner and that your partner loves you back. You can be wrong, because it is possible that your partner is deceiving you all that time, but you know that that isn’t true. But how do you know, that you know what you know? Is it a feeling? You can’t base anything on a feeling.

For example: you can’t base the existence of some kind of a ‘God’ on a feeling. You only can believe in ‘God’ or not because of a feeling, but you can’t prove that there is a ‘God’, because of a feeling. So you can’t know, that you know what you know. You can think it, you can feel it, you can guess it or you can believe it, but you can’t know it.

Dom en nep

Standaard
Dom en nep

Amerika is, voor zover ik het heb gezien, ontzettend mooi. Het land is prachtig op haar eigen manier en de mensen die er wonen zijn er trots op. Zó trots, dat het bijna aandoenlijk wordt. En het recht om dat te zijn, hebben ze zeker.

Alles is groot: van de indrukwekkende gebouwen tot de porties eten en van de prachtige stadsparken tot de omvang van de mensen. In Boston is er overal groen om je heen. Niet in de vorm van de lelijke miniboompjes die in Nederland langs de weg staan. Maar in de vorm van enorme bomen waarbij je bijna je nek breekt van het omhoog kijken als je ze helemaal wil zien. ’s Nachts zie je overal lichtjes en de superbrede Charles River glinstert zo mooi, dat je er bijna verblind door raakt. Sterren zie je hier helaas niet veel, maar een zonsondergang is nog nooit zo mooi geweest als hier. Als de zon achter de torenhoge gebouwen zakt, zie je rondom overal oranje lichtstralen.

Maar… er is altijd een maar. De mensen zelf zijn dan weer niet de grootste lichten op deze aarde. Tenminste, veel van de mensen. Ik heb tot nu toe een aantal Amerikanen ontmoet bij wie ik me echt afvroeg: wat doe jij op College? Veel mensen hier weten niet wat er allemaal in Boston gespeeld heeft vroeger, ook al wonen ze er al hun hele leven. Ze weten niets van een tea party, ze weten niets van de Amerikaanse Revolutie, niets van welk land buiten Amerika dan ook. Het is al heel vaak gebeurd dat iemand iets zegt over Nederland waarvan je denkt: hm… rare opmerking.

Bijvoorbeeld: “Nederland is toch de hoofdstad van Amsterdam?” Of: “ligt Nederland in Kopenhagen?” Maar vandaag ging iemand echt te ver. Ik stond bij de sandwichbar op school mijn lunch te bestellen, en omdat mijn accent niet Amerikaans is, hoorde het meisje voor mij, dat nog op haar eten moest wachten, dat ik hier niet vandaan kom. Ze vroeg dus waar ik vandaan kom. “I’m from the Netherlands”, zei ik. “THE NETHERLANDS?  As in Europe? WAUW!!! Is that real?” “Haha, of course it’s real. What did you think?” Met een gezicht alsof ik haar heel erg beledigd had zei ze heel voorzichtig: “We (er was een ander meisje bij) thought it was the country of Peter Pan. Can we call you Jane now?” Ik heb er maar niet echt op gereageerd. Daar krijg je toch gewoon medelijden mee?

Naast het feit dat veel Amerikanen vrij dom zijn (nogmaals: die ík heb ontmoet, misschien ligt het aan mij) , zijn heel veel mensen hier ook ontzettend nep. Het is hier doodnormaal om iemand die je vaag van gezicht kent op deze manier te begroeten: “HAAAAAIII! How ARE you?” Maar in plaats van een antwoord afwachten, lopen de mensen daarna gewoon door. Op een dag wordt door (zonder overdrijven) dertig mensen gevraagd hoe het met je gaat, terwijl ze er echt minder dan niks om geven. Heel raar is dat.

Iedereen wil daarnaast vrienden zijn met ‘DE Nederlanders’ en als ze dan met ons hebben gekletst, vertellen ze aan al hun vriendjes en vriendinnetjes: “I am friends with the Dutch crew now!” En het zeggen van het woord ‘Love’ wordt hier bijna even vaak gedaan als het noemen van namen. Ze smijten ermee. Natuurlijk zitten er ook voordelen aan dat neppe gedoe, ook al kan ik er persoonlijk vrij slecht tegen. Het is heel makkelijk om hier vrienden te maken, er zal altijd iemand zijn met wie je kunt kletsen of naast wie je kunt gaan zitten. En als je iets te vertellen hebt, zul je het altijd kwijt kunnen aan iemand. Wat het ook is. Maar toch: mijn eigen échte vrienden mis ik wel.

Cheerleaden in Boston

Standaard

Ongeveer een week geleden, was er een studentenclubfair.

Terwijl ik daar rondloop, op zoek naar de dansclub, loopt er een meisje met een iets te dikke laag make-up  naar me toe om te vragen of ik geïnteresseerd ben in, jawel, cheerleading. Meteen dacht ik: deze kans moet ik niet laten lopen. Niet omdat ik nou zo graag een cheerleader wil zijn, maar puur omdat ik echt heel graag wil weten hoe dat er in het echt aan toe gaat. Ik ken het namelijk alleen van films.

De populaire gemene tutjes van de school met mooie bruine buiken en benen die er als team op uit trekken om tegen andere populaire gemene tutjes van een andere school te strijden. Zou dat in het echt ook zo gaan? Om dat uit te vinden ga ik me maar eens aanmelden. Maar eerst, zo krijg ik te horen, moet ik een try out doen. Help.

En gisterenavond was het zo ver. De hele dag was ik toch wel een beetje zenuwachtig. Komen er mensen kijken? Ga ik mezelf daar enorm voor schut zetten? Want lenig ben ik niet en hun manier van dansen, is totaal niet mijn stijl.

Uiteindelijk bleek het allemaal mee te vallen. Bijna niemand had een mooie buik en mooie benen en publiek was niet toegestaan. Wel was ik één van de enigen die nog nooit eerder had gecheerlead.

De coach, haar naam ben ik vergeten, was voor mij wel een schokkende verschijning. Iedere seconde dat ik even naar haar keek, ontdekte ik weer een nieuw roze ding. Een roze haarstrik, een roze bh, een roze shirt, een roze sportbroekband, een roze onderbroekrandje, een roze horloge, roze schoenzolen, een roze telefoon, een roze Ipod en een roze camera waarvan ze niet snapte hoe ze hem moest gebruiken. Daarnaast had ze een veel te bruine en veel te dikke laag make-up op gesmeerd. Het was bijna hilarisch.

De dansjes en uitroepen waren minstens zo hilarisch. Blue. And Gold, fight, Falcons, fight! En: Blue, gold and white! Come on, Falcons let’s fight! En dan moest je je armen steeds naar een andere kant uitstrekken. Ik moest echt ontzettend veel moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Het was werkelijk waar niet serieus te nemen. Helaas doen zij dat wel. Je moet je aan honderd regeltjes houden, het kost geld, je mag maar drie keer afwezig zijn van de training en je bent je hele weekend kwijt.

Conclusie: laat maar, ga maar lekker cheerleaden zonder mij.

This is life!

Standaard

Gisteren was één van de geweldigste avonden van mijn leven. Met de groep Nederlanders besloten we naar een feestje te gaan aan de andere kant van Boston. We hebben daar een paar hele leuke mensen ontmoet, maar verder was er vrij weinig aan. Die Amerikanen blijven het proberen om mij hun manier van dansen aan te leren, maar dat gaat hem niet worden deze vier maanden, sorry.

Omdat we aan de andere kant van Boston waren, moesten we terug met de trein. Na een uurtje moesten we dus alweer terug. Maar toen begon het. Met een Amerikaans meisje en een Amerikaanse jongen gingen we aan het water zitten, bij de Charles River. Het weer was heerlijk en de stad is ’s nachts zo indrukwekkend mooi dat ik alleen maar mijn ogen uit kon kijken.

Op een gegeven moment hoorden we gitaarmuziek. Één van de Nederlandse jongens, Robby, had twee mannen gevonden die bij hun woonboot muziek aan het maken waren. Robby bleek zelf ook een goede gitarist te zijn dus hij pakte een gitaar en begon de sterren van de hemel te spelen. Het was geweldig! Samen met één van de mannen klonk de muziek alsof ze al jaren oefenden. Met zijn allen verzamelden we bij de boot en iedereen deed mee. Zingen, klappen, trommelen, er was niemand die niets deed.

“Okay: everybody aboard!”, hoorden we plotseling. Frank, één van de mannen, had een rubberen motorbootje tevoorschijn gehaald en per vijf mochten we erin. Een bootrit over The Charles River, hell yeah! Zelden zoiets moois gezien. In een klein bootje midden in een enorme rivier met daaromheen overal lichtgevende gebouwen vanwege alle lampjes. En heel veel bomen. Ik denk dat Boston de groenste, meest indrukwekkende, grootste stad is, waar ik ooit ben geweest. Iedereen zou er een keer heen moeten gaan. Alleen al om het gewoon even te zien.

In de woorden van Frank: “This is life! It’s never going to be better than this.” Die laatste zin is dan stiekem wel weer een kleine anti-climax. Maarja, that’s life.

Welcome to Fisher – just obey the rules

Standaard

Fishercollege, ik denk dat ik nog nooit een school heb gekend waar zoveel regels gelden. En er zitten regels tussen die werkelijk nergens op slaan.

De regeltjes werden vanaf het begin duidelijker en duidelijker. Alcohol is absoluut verboden. Je mag geen drank op je kamer hebben anders kom je in grote problemen. Roken mag ook bijna nergens, alleen voor de ingang van de school. Niet eens op het binnenplein. Als je iemand wil laten overnachten, is drie dagen de limiet en moet je het van tevoren melden bij de Collegepolice. Dus iemand in de kroeg ontmoeten kan, maar dan zul je bij het naar huis gaan afscheid moeten nemen. En dan heb je de koelkastregel nog: maximaal één koelkast per kamer. Dus als je met vier personen bent, delen geblazen.

En dat is nog niks. Vandaag gingen ze echt een grens over. We hadden een mandatory meeting. Dat betekent dat het verplicht is. Bij deze ‘vergadering’ werden de regeltjes nog eens uitgelegd. Je mag je balkon niet gebruiken, je mag zelfs niet uit je raam hangen of in je raam zitten. Je mag niet vloeken op de gangen. Er worden geen overbodige meubels, die van Fisher zelf al op alle kamers staan, van je kamer gehaald. Jou\ probleem dat het in de weg staat. Je mag je eten niet weggooien op de kamers zelf, je moet dat meteen wegbrengen. En je mag geen herrie maken. Je moet ook altijd op tijd zijn, anders wordt je van school getrapt en als je je huiswerk niet maakt, heb je een groot probleem.

Maar we zijn er nog niet. De stomste regel komt nog. Mensen, luister en huiver: je mag geen waterpong spelen. Kijk, dat bierpong niet mag, OK. Maar waterpong? Dat pongen is trouwens een, schijnbaar in Amerika populair, spelletje met bekertjes. Je moet dan een pingpongbal in een bekertje stuiteren en wat daar in zit, drink je op. Waterpong is dus pongen met bekertjes water. En dat is hier verboden. Het is zelfs zo, dat als ze 20 of meer lege bekertjes op je kamer aantreffen, ze je verdenken van pong. Nou is het probleem dat plastic bekertjes per 20 worden verkocht.

Dus Fisher equals: niet drinken, niet roken, niet schelden, rustig zijn, eigenlijk het liefst gewoon niet uitgaan. Geen etensresten laten liggen, braaf je huiswerk maken, nooit afwezig zijn EN geen bekertjes kopen. Zoals ‘tweede moeder’ – zo noemt ze zichzelf – en decaan Nancy het zegt: “You HAVE to be an adult if you want to study here.”

Welcome to Fisher, just obey the rules.

The Boat cruise

Standaard

Dit heb ik echt nog nooit meegemaakt! De cultuurshok wordt groter en groter. Vandaag was er een boatcruise, dat schijnt doodnormaal te zijn hier. Ieder meisje gaat in haar mooiste jurk en op haar hoogste hakken en alle jongens zijn in pak. Er is ontzettend veel heerlijk eten. Dat is knap voor Amerikanen, trust me. En wat knap is, is natuurlijk het feit dat het eten heerlijk was. Het was een lopend buffet. Ze hadden de lekkerste zalm, tilapia en nog een ander soort witte vis. Ze hadden pasta, brood, varkensvlees en biefstuk. Jaja, ze hadden zelfs sla, tomaat en komkommer! Het eten was dus goed te doen.

Maar dan beginnen die Amerikanen te dansen en dat is werkelijk hilarisch. Het is alsof ze seks staan te hebben met hun kleren aan, het ziet er niet uit. In Nederland dans je wel een tegen een jongen aan, soms ga je daarin ook nog redelijk ver. Tenminste, dat is wat ik dacht. Maar als je eenmaal één keer in Amerika bent geweest, weet je dat je als Nederlander echt niks bent in vergelijking met de mensen hier. De meisjes bukken volledig naar voren, in een hoek van 90 graden, kont zo ver mogelijk naar achteren. De jongens staan daar dan tegenaan en beuken er van de achterkant zo hard op in, dat het eruit ziet alsof er heel wat meer gebeurt dan alleen maar dansen. Ik stond er echt met open mond naar te kijken.

Toen ik het zat was om te ‘dansen’ (want wat ik deed, noem je in Amerika dus geen dansen), ging ik naar buiten, we waren bijna terug aan land. En wat ik toen zag, was werkelijk prachtig! De mooiste skyline die ik ooit heb gezien kwam steeds dichterbij. Het was al donker dus het enige wat ik zag waren hoge gebouwen, bestaande uit miljarden lichtjes. Het was ontzettend indrukwekkend en ik heb me nooit eerder zo klein gevoeld. Het was zo mooi dat ik buiten op de boot bijna stond dood te vriezen omdat ik niet naar binnen wilde gaan voor mijn jasje. Puur omdat ik buiten wilde blijven om het te zien, want stel dat ik iets zou missen van dat prachtige plaatje.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Prachtige stad!

Standaard

Boston is prachtig. Het is zonder twijfel de mooiste stad die ik ooit heb gezien. En als je je ooit klein wil voelen, kom dan hierheen. De enorme en ontzettend mooie gebouwen omringen je overal en helemaal. Als je omhoog kijkt, lijkt er geen einde aan de muur waartegen je aankijkt te komen.

De atmosfeer is geweldig hier. Gisteren zijn we uit eten geweest, naar een kunstmuseum en naar een open air jazzconcert geweest. Het was geweldig. Het kunstmuseum was superinteressant en waar Nederlandse museummedewerkers strak voor zich uit blijven staren, praten de Amerikaanse uit zichzelf met je. Je hoeft er niet eens om te vragen. Iedereen is aardig en ze vinden ons als Nederlanders heel erg interessant. Ook al krijg je reacties als: Yes, I’ve heard about it, but I don’t know where it is on the map.

Het open air concert was ook heerlijk! De muziek was leuk en een gevoel van vrijheid overspoelde me daar. Iedereen zat op trappen en een hoop Amerikaanse meisjes waren aan de voet van de trap aan het dansen op de muziek. Vanaf waar we zaten, keek je uit op een eindeloze haven. Water, water en nog eens water. Overal dreven bootjes en de hele stad was verlicht. Zoiets moois had ik echt nog nooit eerder gezien.

Het is als in de film, maar wennen moet ik toch

Standaard

Amerika, het is precies hoe je het je voorstelt. Alles is groot, van de gebouwen tot de menu’s en de omgeving ziet er precies zo uit als in films. Dat is geweldig natuurlijk en omdat het al bekend is omdat ik het ken van films, voel ik me hier erg snel thuis. Maar er is een ding waar ik heel slecht aan kan wennen: het overdreven gedrag van de mensen hier.

Toen ik mijn eerste avond mijn kamer uit de trap af liep, hoorde ik van een afstand allemaal vrouwen gillen. Ik kon steeds het volgende onderscheiden: You are the sweetest! aaah aah! waah! woehh! I love you! I LOVE YOU! AAAAAHHHH WAAAH! En dat dan onophoudelijk. Natuurlijk was ik ontzettend benieuwd wat daar in godsnaam aan de hand was, want dat moet toch wel iets heeeel serieus zijn.

Ik loop een aantal gangen en deuren door en als ik eindelijk ben aangekomen bij plaats delict, kan ik mijn lachen bijna niet bedwingen. Ik zie een paar meisjes met een klein schoteltje in hun hand. Er ligt een ministukje taart op. Dus als je in Amerika iemand heeeeeeel blij wil maken, kun je dus al wegkomen met een stukje taart. Maar niet zomaar een stukje, een stukje dat ongeveer de helft is van wat in Nederland bij de koffie wordt gegeven op een verjaardag. Dat is toch bizar! Alles is enorm in dit rare land, maar als je iemand een stukje taart geeft van twintig vierkante centimeter, ben je het einde. Ik moet er echt nog even aan wennen.

En dan hebben we nog een lerares die als een soort tussengooisel de uitroep jeeej heeft. Ze zegt continu jeeej! op een irritant hoog toontje en dan schud ze met haar vuisten in de lucht. Komt er iemand binnen, zegt ze het volgende: Did you met the new Dutch students already? Jeeej! They moved in yesterday. Jeeej! En dan tegen ons: How do you like it here? Do you think it’s nice here? Jeeej! We are going to go on with our class, jeeej! Ik hoop dat ik daar ooit aan kan wennen, want irritant is het wel een beetje. Stiekem.